Wetgeving
Wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 (art. 77-89) (WLVO)
Schadeverzekering
De aansprakelijkheidsverzekering is een schadeverzekering. De verzekeringsmaatschappij zal aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen in de plaats van de dader. De dader zal hiervoor, als verzekeringsnemer, een premie dienen te betalen. Het bedrag dat de verzekeraar aan de dader uitkeert kan beperkt of onbeperkt zijn, al dan niet met een vrijstelling (franchise).
Een dergelijke aansprakelijkheidverzekering verzekert dus het risico dat men aansprakelijk kan worden gesteld voor schade berokkent aan derden. Een dergelijke aansprakelijkheidverzekering dient onderscheiden te worden van een eigen schadeverzekering die de schade verzekert aan de eigen persoon en/of goederen (zoals een omnium verzekering voor voertuigen).
Soorten
De belangrijkste aansprakelijkheidverzekeringen zijn (i) de familiale verzekering, (ii) de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en (iii) de burgerrechtelijke aansprakelijkheidverzekering motorrijtuig.
De familiale verzekering zal de aansprakelijkheid op basis van art. 1382 tot 1386bis B.W. (voor zover buiten de beroepssfeer) verzekeren. De minimale garantievoorwaarden van een dergelijke polis staan beschreven in het koninklijk besluit van 12 januari 1984.
Relatie tussen verzekeraar en slachtoffer
De normale relatie tussen de verzekeraar en het slachtoffer zou als volgt zijn : (i) het slachtoffer dagvaardt de dader en vordert een schadevergoeding; de dader wordt veroordeeld en betaalt het slachtoffer, (ii) de dader vraagt vervolgens aan zijn verzekeraar om hem het bedrag terug te betalen dat hij aan het slachtoffer heeft betaald. In een dergelijke structuur kan het slachtoffer in een moeilijke positie komen te staan als de dader de schadevergoeding niet kan betalen, of indien de dader failliet zou gaan. Het slachtoffer kan de verzekeraar immers niet rechtstreeks aanspreken aangezien hij geen contractuele verhouding met de verzekeraar van de dader heeft.
Om de positie van het slachtoffer te verbeteren heeft de wetgever een rechtstreekse vordering toegekend aan het slachtoffer tegen de verzekeraar van de dader (art. 86 WLVO, zie ook: art. 20, 9° Hyp.W). Het slachtoffer kan dus rechtstreeks de verzekeraar van de dader dagvaarden zodat hij niet in de kou komt te staan indien het slachtoffer onvermogend zou zijn.
Bij een verplichte aansprakelijkheidverzekering (bvb BA verzekering motorrijtuigen) kan de verzekeraar bovendien alle verweermiddelen die voortvloeien uit de wet of uit het verzekeringscontract niet opwerpen tegen het slachtoffer. Indien het verzekeringscontract evenwel nietig werd verklaard, of opgezegd, of geschorst werd voorafgaandelijk aan het schadegeval, dan is de verzekeraar niet gehouden om dekking te verlenen. In geval van een niet-verplichte aansprakelijkheidverzekering (bvb. familiale verzekering) kan de verzekeraar wél alle verweermiddelen tegen het slachtoffer inroepen die hun oorzaak vinden in feiten die het schadegeval voorafgingen (art. 87 WLVO).
Regresmogelijkheid
De verzekeraar kan zich, voor zover hij volgens de wet of de verzekeringsovereenkomst de prestaties had kunnen weigeren of verminderen, een recht van verhaal voorbehouden tegen de verzekeringnemer (art. 88, lid 1 WLVO). Dit verhaalrecht van de verzekeraar is eigenlijk de compensatie voor het feit dat de verzekeraar op basis van art. 87 WLVO tegenover het slachtoffer geen excepties, vrijstellingen, nietigheid of verval van recht kan inroepen. Op basis van dit regresrecht kan de verzekeraar die t.a.v. het slachtoffer dekking heeft verleend, de bedragen die hij 'ten onrechte' heeft betaald verhalen op de verzekeringsnemer.
Dit principe is wel niet automatisch van toepassing, doch dient contractueel in het verzekeringscontract te zijn ingeschreven.
De verzekeraar is tot slot op straffe van verval van zijn recht van verhaal verplicht de verzekeringnemer of, in voorkomend geval, de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, kennis te geven van zijn voornemen om verhaal in te stellen zodra hij op de hoogte is van de feiten waarop dat besluit gegrond is (art. 88, lid 2 WLVO). Deze bepaling is van dwingend recht ten gunste van de verzekerde. Deze kan derhalve, uitdrukkelijk of stilzwijgend, afstand doen van het recht zich te beroepen op het uit dat artikel voortvloeiende verval van het recht van verhaal van de verzekeraar (Cass. 24 december 2009, R.W. 2011-12, 606).
Indien u een advocaat zoekt om uw belangen te behartigen in een geschil met een aansprakelijkheidverzekeraar (als slachtoffer of als verzekeringsnemer), aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.